dinsdag 10 juli 2018

Spaghetti notes


Richard Dyer besteedt in zijn leuke boekje over Pastiche een mooi hoofdstuk aan de Spaghetti-Western en de manier waarop de films zelfbewust zijn. Hij bespreekt de mij onbekende 'Johnny Oro' (1965, ook wel Ringo and his Golden Pistol), en vooral de manier waarop de openingsscene een Spaghetti cliche werd.

Hij stelt, terecht dat de films neigen naar komedie, maar dat beslist niet zijn. "Yet this is not parodic, nor, yet, travesty, but pastiche, the savouring of generic elements as generic elements." (104)

Volgens mij beschrijft hij hiermee mooi de Cinecitta esthetiek van de jaren zestig - of liever, de sensibiliteit van de studio.

Over de Spaghetti shoot out zegt hij: "Spaghetti Westerns... take a standard formal procedure the Western and then exaggerate and intensify it, to the point that it is carrying most of the force rather than the action it is disclosing." (105)

Strips zijn lang zo met de Hollywood genres omgegaan: genre-elementen zijn altijd in strip geciteerd, Maar het zijn vaker de beelden, gebaren, en de affecten die daarin besloten liggen, ipv de verhaalpatronen.

Dit was 1965-1966. Niet lang daarna ontstond Linus.