zaterdag 10 april 2021

Aantekeningen over Sanpei Shirato

De afgelopen dagen heb ik weer wat hoofdstukken van Sanpei Shirato's Kamui gelezen, en ik dacht ineens: het is natuurlijk geen toeval dat Shirato de zoon is van een van de vertegenwoordigers van de Proletarian Art Movement: het werk draait om het probleem: wat was het Japanse proletariaat.
Maar de vraag 'wat is het proletariaat' is complex in Japan omdat de modernisering van Japan (post-Meiji) betekent: afstand nemen van de Samurai-klasse, en van het idee dat er een 'warriorklasse' is. Maar tegelijkertijd bleef de feodale ideologie - of liever het affect dat deze ideologie altijd overeind hield - behouden op cultureel niveau, in de vorm van nostalgia, de fascinatie met 'Japansheid,' jidageki, etc. (Omdat affectieve structuren nou eenmaal langer meegaan dan bureaucratische structuren). Het gevolg: er ontstaat een nieuw, modern leger van dienstplichtigen die zich verhouden tot geweld als waren ze samurai. .
Shirato's werk is (in dit licht) een daadwerkelijk deconstructie van de Samurai-ideologie, een 'traversing the fantasy,' een poging om de Japanse feodale fantasiestructuur te doorbreken. Kamui is ook een boek over educatie (en zelf ook een didactische exercitie), waarbij educatie politieke educatie is. (En het zou leuk zijn om dat eens te vergelijken met de doeleinden van de proletarian art movement van Shirato's vader).
Vergelijk: Mishima's complexe deconstructie (??) van de feodale fantasie (uit dezelfde periode)

woensdag 7 april 2021

Roujin Z

Van de cyberpunky anime uit de jaren negentig had ik "Roujin Z" tot nu toe over het hoofd gezien. De film draait om de robot-problematiek die de SF-anime sinds Astro Boy heeft beziggehouden, maar met een 'brain-in-a-tank' twist. Aan het begin van de film wordt een bejaarde man in een badkuip geplaatst en aangesloten op een VR systeem die hem in constante staat van tevreden houdt, terwijl zijn lichaamsfuncties stuk voor stuk worden overgenomen zonder dat hij daarbij zijn 'waardigheid' verliest.
Het geeft (beter dan in de Matrix, vind ik) daarmee een beeld van de cyborgianisering die met name plaats vindt in de manier waarop we met oudergeworden lichamen omgaan. (En het stelt ook de vraag naar de grens van het leven niet rond het kind (Pinokkio, Astro Boy, AI) maar het stervende lichaam. (De vraag is niet, vanaf wanneer is een lichaam 'bezield,' maar tot wanneer?) Aan het begin van de film wordt uitgelegd dat deze technologie niet zozeer ontwikkeld is als reactie op een wens van ouderen, maar om het voor de familie mogelijk te maken om met de steeds zwaarder wegende zorgtaak om te gaan, en om zo het 'ouderenprobleem' op te lossen. Natuurlijk loopt alles mis - en wel langs lijnen van gender.
De eerste die bezwaar maakt tegen de behandeling is een jonge vrouwelijke verpleegster, die haar hart laat spreken. Maar echt uit de hand loopt het als de mogelijkheid benut wordt om 'andere persoonlijkhkeden' up te loaden in het systeem, als 'conversatie partner' (en misschien is dit een knikje naar de Turing test (de film verwijst naar Blade Runner) en vroege conversatiebots zoals Eliza), en de 'geest' en 'persoonlijkheid' van de overleden vrouw van de bejaarde man 'in zijn systeem' komt. I.t.t. een film als Blade Runner (en de beroemde variatie op de Turing-test in de film) draait het niet om de vraag van 'empathie' - alhoewel het zorg-systeem van de AI in de hele film gecontrasteerd wordt met het 'zorgsysteem' van jonge vrouwen. Vooruitlopend op technologieen als Facebook suggereert de film dat 'karakter' en persoonlijkheid iets is dat 'captured' kan worden in een reeks data, een algoritme dat kan worden ge-upload. Deze 'persoonlijkheid' is aanwezig in het systeem als een 'stem' die de droommachine bespookt en de dromer bijna wakker doet schrikken. M.a.w. het lijkt in de film of het 'conversatieprogramma' (tekstverwerker, taalgenerator, conversatiemachine, sociale-protocollen-afdraaier, patronensimulator) binnen de droomwereld die door de mens-machine combinatie wordt gegenereerd, niet zozeer verschijnt als taal maar als stem. En deze stem verstoort niet zozeer het computergestuurde programma, maar de interface mens-computer. Het bespookt deze. Of liever, het doet code verschijnen als een geest. M.a.w. waar de film op wijst is dat 'taal' aan ons verschijnt als 'stem.' (De film bevindt zich daarmee ook op het terrein van films als "Her" en "Anomalisa"). En tegelijkertijd laat het zien dat onze relaties tot stemmen / persoonlijkheden altijd gemedieerd wordt door schemata die we met ons meedragen, vaak cultureel bepaald, altijd persoonlijk en intiem.