maandag 29 oktober 2018

Eppo Aantekeningen


Ik lees nu Ger Apeldoorn's geschiedenis van de Eppo.

Als jong-zelfbewuste striplezer zag ik de Eppo van halverwege de jaren tachtig (toen het blad zijn naam veranderde in 'Eppo Wordt Vervolgd')  al als 'vervallen cultuurgoed.' Ik was bewust dat ik opgroeide in de 'nadagen' van de strip, de periode van na de Gouden Robbedoes-periode (midden jaren zestig) en de Gloriedagen van Pep. De poging om mee te surfen op het succes van het TV programma Wordt Vervolgd vond ik destijds tenenkrommend.

Maar nu ik eens door het boek van Apeldoorn blader valt me op dat de Wordt Vervolgd periode in veel opzichte de interessantste was. In de jaren zeventig waren weliswaar de 'grote reeksen' ontstaan (Stom, Franka, Agent 327), maar het blad spiegelde zich nog aan Robbedoes. Pas in de Wordt Vervolgd jaren komt geleidelijk de Nederlandse Underground het blad in: Van Oekel, Ever Geradts, De Kort... maar ook Peter de Wit (wiens werk zich meer naar de Amerikaanse krantenstrip modelleert dan naar de Franco-Belgische traditie). Na de Pep-school (Julsing, Jippes, Lodewijk, Matena) is weer een 'Nederlandse School' ontstaan die gekenmerkt wordt door een gedeeld licht-anarchistisch gevoel voor humor. Het werk van Peter De Smet is hier ook typerend voor. Het deelt de houding met de TV en radiohumor van deze periode (Schippers, Van Kooten & De Bie, Jiskefet) en de Van Wulften underground. VPRO radio. Vulgair Modernisme.

Het zou leuk zijn om TV / Theater / Cabaret / Strip eens in samenhang te bestuderen.