vrijdag 27 oktober 2023

Phantom Lady & Visual Pleasure

Volgens een leuk artikel van Gavaler en Earle in de bundel "Desegrating Comics," hing een uitvergrote cover van Phantom Lady, getekend door Matt Baker, in de zaal waarin de Senaat in 1954 sprak over strips en juvenile delinquecy. De tekening, die ook was verschenen in Wertham's Seduction of the Innocent, illustreerde de manier waarop strip geweld, seks, en bondage met elkaar verbindt.
Zoals Gavaler en Earle opmerken: waarschijnlijk ontging het de commissie dat de strip getekend is door Matt Baker, een van de weinige Afrikaans Amerikaanse tekenaars in de industrie die ook (waarschijnlijk) gay was. Anyway, in hun stuk wijzen ze op de interessante page layout van de strip. Gebruikmakend van Witek's artikel over de 'arrow and the grid' (in Comics Studies Reader) stellen ze dat in Phantom Lady de lineaire logica (de 'leeslogica') regelmatig doorbroken wordt, waardoor de pagina-indeling een (in de terminologie van Witek), 'Barok' karakter krijgt.
Iets vergelijkbaars gebeurd in Manga - met name in Sjojo - waarbij ook vaak een paginagrote afbeelding van een glamoureus vrouwenlichaam de 'grid' doorbreekt (zie hierover een eerdere post). Gavaler en Earle verwijzen, terecht, naar Mulvey, die in haar beroemde stuk over de Gaze beweert dat de aanwezighheid van een 'fefetishiseerd' vrouwenlichaam de narratieve 'flow' lijkt te onderbreken. Mulvey schrijft: "the presence of women is an indispensable element of spectacle.... yet her visual presence tends to work against the development of the story line, to freeze the flow of action in moments of erotic contemplation." Iets vergelijkbaars gebeurt in de strips van Baker. De vrouwenlichamen onderbreken de 'flow' van de strip, en laten zien hoe het 'lezen' van een strip een combinatie is van een visuele logica, waarbij het oog getrokken wordt door spectaculaire, geseksualiseerde beelden, en de lineaire logica van het verhaar (waarbij nieuwsgierigheid naar de afloop ons voorttrekt (Barthes Hermeneutische Code).
Opvallend in de strip van Baker is dat het draait om bondage, fetishisme. Zoals Mulvey stelt, de vrouw in film is een fetish, een imaginaire afbeelding van de moederlijke fallus.
Zoals ik stelde in mijn presentatie tijdens de Psychoanalyse en Cultuur dag, de aanwezigheid van de 'fallus' maakt strips komisch - maar de fallus vertekent ook de wereld van de strip op een anamorfotische wijze.
Ook de seksstrips van Vives - en met name de Melons de la Colere, draaien om de (komische) aanwezigheid van zulke fallische elementen.