zaterdag 14 december 2013

... wie ook communist was...

... is Crockett Johnson, van het prachtige "Harold and the Purple Crayon" (mooi voorbeeld van Vernacular Modernism). Als ik Spiegelman goed begreep werd het zelfs gepubliceerd in de Amerikaanse (popular front gerelateerde) krant PM.  Net als politieke cartoons van Dr. Seuss (een andere populaire modernist).


Gene Deitch heeft hier ook een reeks van tekenfilmpjes van gemaakt.


maandag 25 november 2013

Bastien Vives

..... wie me volledig ontgaan is: Bastien Vives. Ik heb nog nooit een boek van hem in de vingers gehad, maar een avondje klikken op de laptop bracht me op schitterende strippagina's. Wat mij betreft volkomen nieuw en uniek werk. Niet alleen (of niet in de eerste plaats) wat betreft stijl, maar vooral vanwege een nieuwe sensibiliteit die hij naar de strip brengt. Strip is een manier om lichaamsbeweging zichtbaar te maken.

Dit lijkt me zijn interessantste boek. Over het zwembad.



Dit vond ik een schitterende pagina


Maar ook zijn strip over balletles zou ik graag willen lezen.







woensdag 13 november 2013

EC-notities

In BBC's TV serie "Comics Britannia" herhaalt de schotse stripscenarist Alan Grant iets wat zo langzamerhand een gemeenplaats aan het worden is in 'strip-autobiografieen': het EC-moment. Voor Grant kwam dat toen hij samen met zijn broer in bed stiekem de Horror-strips las, en vervolgens (en nu komt het moment): beelden zag die hij nimmer meer uit zijn hoofd kon halen, en nu nog steeds voor zich zag.

Variaties hierop heb ik talloze keren gehoord. De horror strips van EC laten een mentale 'imprint na,' een beeld dat je nooit meer uit je hoofd kan halen - en ik heb zelf ook vergelijkbare herinneringen.

Vandaag schoot me ineens een verklaring voor dit verschijnsel door het hoofd toen ik een interview met Chris Ware in de TCJ las (uit 2011): Ware zegt dat stripplaatjes verschillen van fotografische plaatjes, omdat het meer op 'mentale' beelden lijken. Ze komen niet helemaal van 'buiten' - maar we produceren ze zelf gedeeltelijk. Misschien verklaart dit de impact die horrorstrips kunnen hebben.
Ware's gedachte lijkt op het argument dat Munsterberg ontwikkelt over Cinema (in zijn essays over 'the photoplay'), maar, gek genoeg, zijn ze pertinenter m.b.t. de strip. 

vrijdag 8 november 2013

Echt! Waar!

Niet te geloven. Maar Echt Waar! The Incredible Hulk heette in eerste instantie in het Nederlands 'De Onbegrepen Rauwe Bonk.'

En hij was 's-wereld sterkste in zijn eigen bonkknotse nummer!

Kijk maar:


En het is waar want het staat op de Lambiek website. 


zaterdag 2 november 2013

De Phenakitoscope!

Op Collosal staan een aantal tot gifs bewerkte "phenakitoscope" - de (misschien) eerste animaties gemaakt op het in 1832 uitgevonden apparaat van de Belgische uitvinder Joseph Plateau. Op de Tumblr van Richard Balzer staan een reeks van prachtige animaties. En op hun site ook een handige beknopte geschiedenis.

Deze twee vond ik super - maar 't is lastig om niet alles hier te cut-&-pasten...


donderdag 31 oktober 2013

Sjors




Vanwege mijn voorliefde voor Robbedoes (en in mindere mate Kuifje) ben ik er eigenlijk altijd klakkeloos vanuit gegaan dat de Nederlandse strip voornamelijk Franco-Belgisch geïnspireerd was (aangevuld met een vleugje Toonder). Maar dat is natuurlijk onzin: met name Sjors (de oubollige concurrent van het veel strakkere Pep) importeerde en bewerkte enorm veel Brits materiaal: van Archie t/m Billie Turf en Trigië. Materiaal van uiteenlopende Britse bladen - maar voornamelijk de Eagle.



Ik las zelf de Sjors als kind bij mijn oom en tante. Het blad was toen inmiddels opgegaan in Eppo, maar de nummers die ik bekeek moeten destijds niet erg veel ouder dan 6, 7 jaar geweest zijn. En toch herinner ik me dit als strips uit een ander tijdperk - als bijna exotisch in zijn tuttigheid. Dit Geeft nog eens aan wat een enorme 'breuk' eigenlijk het werk van de Walen betekende in de jaren zestig. Na 1969 werd het Britse werk ook steeds meer vervangen door de Waalse strips.

't Kleine aantal Britse strips dat meeverhuisde naar Eppo vond ik ook altijd detoneren. Voor Billy en Bessie Turf haalde ik mijn neus op - maar ook Don Lawrence bleef in mijn tienjarige stripsnobistische ogen troep. 


zondag 27 oktober 2013

Priegelduck

Nog meer Priegelduck uit Italie - deze keer van Robert Ronchi


Ditko



Steven Ditko was natuurlijk niet alleen de auteur van het radicaal-conservatieve (op het gedachtengoed van Ayn Rand geïnspireerde) filosofische striptraktaat Mr A (waar ik nog steeds een hand op moet zien te leggen), maar ook de eerste tekenaar van Spiderman. Hoe meer ik daarvan zie, hoe meer ik ontdek dat de originaliteit van Ditko's Spiderman in zijn abstractie zit. Dat blijkt vooral in zijn splash-pagina's (een mooie toptien daarvan is hier te vinden).


Wat ik leuk vind: de zes extra vraagtekentjes om spidey's hoofd.

In Ditko's handen zijn stripplaatjes meer als rebussen of puzzels. Een onwrikbare logica lijkt erachter te liggen. Zoals hieronder.
Maar ook in de meer 'realistische' splash-pagina's lijkt ruimte nooit illusionistisch. Het deed me denken aan wat Peter Wollen zei over Ruimte in pre-Renaissance schilderkunst (voor de 'uitvinding' van perspectief):


       “After the Renaissance painting ceased to be a text which could be ‘read,’ as the iconographic imagery and ideographic space of pre-Renaissance painting were gradually rejected and replaced by the concept of pure representation…. 

Godard, stelt Wollen, keert terug naar de pre-Rainassansistische manier van beeld componeren: 

Godard, like Eisenstein before him, is more concerned with ‘image-building’ as a kind of pictography, in which images are liberated from their role as elements of representation and given a semantic function within a genuine iconic code, something like the baroque code of emblems.” (421)


Ditko - zeker in zijn latere zgn 'personal projects' lijkt iets vergelijkbaars te doen - en net als Eisenstein (en Godard) streeft hij ook naar een filosofisch beeldgebruik.

Overigens, dat late werk = volkomen getikt. Visueel Geraaskal van een idioot. En tegelijkertijd: wat is meer mainstream dan Spiderman? Ditko - 'outsider art' meets 'culture industry.'

dinsdag 20 augustus 2013

Spirou Marionet

In Angouleme de originele Spirou Marionet gezien, waar tijdens WO2 het moreel van de Belgische Jeugd hoog werd gehouden!

woensdag 26 juni 2013

Harlem Globetrotters

Kijk, dit had ik nou graag eens willen zien - een tekenfilmserie uit 1970 over de Harlem Globetrotters:


Al kan ik me voorstellen dat de serie zelf nooit zo goed is als de opening credits: met sesamstraat graphics en Jackson Five -achtige theme song.  Meer dan terecht dat de Globetrotters negen jaar later superkrachten verworven en ze lichamen van GUMMI kregen.

De (ook leuke) opening daarvan:


I.h.k.v. gummi-funky tekenfilmfiguurtjes met Afro, natuurlijk ook deze:






donderdag 13 juni 2013

Britse Strips

De Britse Strip is natuurlijk een beetje wat Franse Pop ook heel lang was. Zo uncool dat je er alleen maar lacherig over kan doen. Ik bedoel: "Beano"?  Give me a break. En Don Lawrence, dat is toch een beetje de Steve Vai van de strip. Of Billie Turf... Maar nu ik tenslotte ook Dominique A of Maud Lubeck opzet als er bezoek is, moeten de oogkleppen misschien maar eens af. Esther Leslie en Ben Watson vinden in ieder geval dat de anarchie van Britse kinder-trash, zoals "Bash Street Kids" van Leo Baxendale (1956-1962) ten basis ligt aan de Britse Punk - of in ieder geval aan de oerdomme variant ervan (denk: Bad Manners), anti-autoritair, anti-intellectueel, destructief, working-class, met een hekel aan softies.

Ik weet niet zeker of Leslie en Watson mij overtuigen - alhoewel ze mooi oog hebben voor de 'fysieke' kant van de aantrekkingskracht van de strip (de kleur, het papier, het infantiele plezier)- maar Baxendale is wel echt een 'comic genius'.
'
Grappige volle plaatjes, en een hele mooie lijn. Kan zich meten met het beste uit Spirou in dezelfde periode. Baxendale schrikt er ook niet voor terug om paginagrote platen te tekenen, wat opzet pre-strip, herinnerend aan zondagpagina's uit de jaren 10. 't Is nooit echt wat geworden met Baxendale in Nederland - alhoewel Eppo Wordt Vervolgd destijds wel wat van hem publiceerde. 

Maar Biffo blijft natuurlijk een debiele versie van Mickey. 


Kunzle, Barks, Dorfman

'n Leuk genuanceerd stuk van Kunzle over Dorfman's klassieke Chileens-Marxistische essay How to Read Donald Duck (die natuurlijk in het Spaans Pato Donald, en in het Italiaans dan weer Paperino heet). Ik kan me nog herinneren dat ik dit (in een Nederlandse vertaling, ongetwijfeld gesteld in proletariese spelling) als vijftienjarige in de openbare bibliotheek van Hilversum aantrof. Als dorpsjongen was dat een schok. Ik wist niet dat dit soort boeken bestonden. Marxisties-Leninistiese close readings van Barks!

Kunzle heeft - denk ik - gelijk. Barks's Duckstrips gaan inderdaad over kapitalisme (zoals Dorfman beweerde), maar de houding is veel complexer (en kritischer) dan Dorfman veronderstelde. Maar het woord dat Kunzle gebruikt, 'satire,' vind ik dan weer te nietszeggend. Barks's strips zijn ook doortrokken van een nostalgie voor Small Town America, waarvan het Amerikaans conservatisme doordrenkt is...



zondag 2 juni 2013

Isol wint Astrid Lindgren prijs

Herinkaderingen



"Here" van Richard McGuire (gepubliceerd in Art Spiegelman's avantgarde-blad Raw), blijft de ultieme meta-strip. De titel suggereert dat het over ruimte gaat ('here'), terwijl de eerste regel zegt 'Honey, I think it's time.' En vervolgens wordt tijd op een ruimtelijke manier afgebeeld - of ruimte op een temporele, of... eeh...




Spiegelman's 'kader-in-een-kader-strip' uit dezelfde periode ('The Malpractice Suit') zit dichter tegen de surrealistische erfenis aan. Minder rigoureus, minder intellectualistisch. Lolliger.




Comics en Medicine


donderdag 9 mei 2013

Tatsumi, "Pushman"

Twee van de meest onheilspellende Manga's uit underground tijdschrift "Garo" zijn online te lezen, Tatsumi's The Pushman en Yoshiharu Tsuge's Screw Style. Tatsumi's boek is een collectie van korte (7 a 8 blz) verhalen, meestal over seksuele frustratie, en elk daarvan heeft iets onaangenaams -  alsof je een tegel optilt.

Screw Style (1968) laat je niet meer los. 't Is een verhaal dat roept om een interpretatie, terwijl het de lezer ook op afstand blijft houden - alsof het bij nader inzien toch liever alleen is. De opening pagina is iconisch geworden:

dinsdag 30 april 2013

Briefkaart Theater in Drifting Life

Tatsumi's 840-pagina's lange autobiografie heeft een scène waarin het briefkaart-theater wordt weergegeven:
Het 'Golden Skull' karakter waar Tatsumi naar verwijst is een soort van pre-superheld, en stamt uit de jaren dertig (nog voor Superman verscheen in Action Comics). 




vrijdag 22 maart 2013

Briefkaarttheater







Ik lees net Sharon Kinsella's boek "Adult Manga" dat de zgn "Gekiga" variant van manga (de meer verhalende, realistischere manga, bedoeld voor ouder publiek) ontstond uit wat zij de traditie van de zgn 'picture card shows' (kamishibai), straattheater dat bloeide in de tweede helft van de jaren veertig (alhoewel de traditie al veel, veel ouder is. 12de eeuws zelfs). Kamishibai werden 'opgevoerd' in butais,  kijkdoos-achtige miniatuur-theaters waar je ansichtkaarten in kunt plaatsen, en die kaarten werden commercieel geproduceerd door studio-achtige teken-sweatshops. Een Kamishibai-theatertje paste precies achterop een fiets:


Kamishibai-tekenaars stapten, toen het iets beter ging met de Japanse economie, massaal over naar naar het produceren van strips voor de 'huur-industrie,' wiens doelgroep jonge, laaggeschoolde mannen waren - en dit werden de zogenaamde Gekiga de 'dramatische plaatjes' genoemd, ter onderscheiding van de Manga, dat zich meer op een kinderpubliek richtte. Een recent boek van Eric Nash bevat een aantal leuke oude Kamishibai plaatjes - de stijl doen me ergens denken aan de fullcolour illustraties in de Sjors. Variatie Bert Bus.





donderdag 14 februari 2013

Don Rosa, Fan Fiction & Copyright

Don Rosa, wat mij betreft een van de beste post-Barksiaanse Ducktekenaars, heeft hier uitgelegd waarom hij er de brui aan heeft gegeven.

Rosa, in Nederland vooral bekend geworden vanwege de Oom Dagobert boeken, zoals deze:


Rosa werkt in een priegelige stijl, met veel meer details, schaduwen, kreukels, rimpels, zweetdruppeltjes, en arceringen dan we van Barks gewend zijn (naar eigen zeggen om zijn gebrek aan talent te verbloemen - zei Crumb dat ook niet over zijn eigen obsessieve arceringen? Dat ze verhullen dat hij er 'eigenlijk' niet veel van kan?) 




Rosa geeft een eye-opening beschrijving van het Disney-systeem. Tekenaars zoals hij (en Barks voor hem) krijgen slechts betaald per afgeleverde pagina, en vervolgens geen cent voor elke herdruk, vertaling, etc. omdat de Ducks 't volledige bezit van Disney zijn. Op de vraag waarom hij dan toch niet zijn eigen karakters ontwikkelde antwoordt Rosa dat 't punt nou juist is dat hij wou werken met de figuren met wie hij was opgegroeid, De Ducks, die voor hem affectief beladen zijn. (Rosa beschrijft zichzelf ook in eerste instantie als verzamelaar en fan. Hij tekent als fan, zo stelt hij: het is (betaalde) fan fiction geworden). 

Aan de andere kant van het spectrum, Ryan Holmberg heeft in zijn column in The Comics Journal een leuk stukje over zgn Akahon Manga, de supergoedkope Japanse strips uit de jaren dertig, waarin men 't niet zo nauw met copyright nam, en Disney, Fleischer en DC helden elkaar ontmoeten in een fijne knullige stijl, zoals dit: 



Het doet me denken aan de zelfgemaakte raamschilderingen met Disneyfiguren die je nog wel eens op kinderdagverblijven ziet, of op snackbars in het zuiden van europa, of Arabische ijscocarren. 








woensdag 13 februari 2013

Comics: Philosophy and Practice

Waarschijnlijk heb ik toch te weinig zinloos geklikt, want ik heb 't nieuws over deze prachtige conferentie over strips in Chicago gemist, waarin WJT Mitchell in gesprek gaat met Spiegelman en Sacco. Het ziet er naar uit dat Critical Inquiry er later iets van gaat plaatsen. Vooralsnog staan de webcasts op de site.




De komende weken werk ik aan een stukje over The Graphic Novel - dus ik zal proberen al het overtallige hier te dumpen.

vrijdag 25 januari 2013

Boby Lapointe


Alleen al de voornaam. Hoe cool is het om 'Boby' te heten! En verder is alles hier briljant aan: het parlando dat maar steeds net geen zingen wil worden, het volume van de stem (geen wijverigheid als bv een microfoon), maar vooral: het schudden van het lichaam. Waar Jarvis of Marc Bolan elk een doorbraak betekende in de manier waarop je op het podium kon staan, daar introduceert Boby een heel nieuw schudden.

Sinterklaas

Soms voel ik me net Sinterklaas. Niets maakt me zo blij als een leuk liedje.

zondag 20 januari 2013

Japanse Noiserock


Uit de eerste 30 pagina's van Julian Cope's Japrocksampler (dat eigenlijk een beetje tegen viel), krijg ik het idee dat Japanse noise tegen een andere traditie aanschurkte, of vanuit een andere artistieke sensibiliteit kwam. Waar de New Yorkse Velvet Underground Warhol protegees waren, en New Yorkse punk altijd een pop-art sensibiliteit bleef behouden (Ramones, Blondie, etc.), daar hebben de Britten een tik van het situationisme meegekregen. Japanse Noise komt veel meer uit het radicale theater. En een beetje Cage. 't Was ook systematischer. Minder gothic.

Het is niet alleen zo dat elke cultuur de grens signal-noise anders legt (Attali, etc.), maar dat ze ook denken dat ze iets anders aan het doen zijn als ze herrie maken.

Of misschien toch... Japanse noise


Bo Ningen, weliswaar vanuit Londen opererend, maar toch typisch Japans qua noise. Want: hoe komt het dat elk land, elke regio zijn eigen herrie produceert? Herrie in de UK: provocatie, attitude. Herrie in LA: testosteron. Herrie in Japan, eeh... arty? Ik check 't even in de Japrocksampler van Julian Cope.

Coming Soon: Franse Pop

Volgende blogpost: mijn overtallige kennis over Franse Pop. Ik bedoel: pop, geen electropop.

zaterdag 5 januari 2013

Italiaanse Duck

De Italiaanse Duck oogt meteen anders dan de Deens-Nederlandse. De invloed van Barks is minder groot, en het geheel is veel drukker, karikaturaler. Pulpiger. Krasseriger. Hariger. Niet dezelfde obsessie met stroomlijnen.



Giorgio Cavazzano heeft centrale rol gespeeld in de ontwikkeling van deze stijl). (Hij publiceerde destijds ook in Eppo / Wordt Vervolgd "Captain Rogers"). En zijn strips zijn vooral te herkennen aan de bijfiguren (zoals dat besnorde poppetje op het eerste plaatje hieronder).



Cavazzano is wat stijl betreft 'europeser' - er zit meer Uderzo / Franquin in. En het heeft het 'drukke' van Jacovitti.

Freddy Milton

De Deense Milton werkte vooral met Jippes samen (en is dus een tweede generatie Barksiaan), en publiceerde met name in de Nederlandse Duck. Hij heeft ook een aantal prachtige gestroomlijnde Woody Woodpeckers gemaakt.



Next up: het zou de inwendige nerd ongelofelijk tevreden stellen als ik de Mediterrane Disneytraditie een beetje in kaart kon brengen.
Aha - de Ducks met de lange nekken worden getekend door Mau Heymans! Waarschijnlijk al een paar jaar (ik heb de DD niet meer zo intensief gevolgd), maar hij doorbreekt de Barks hegemonie, en brengt weer een slapstickelement terug - en de lange nekken van de vroege Barks.


Zijn Duck's zijn ook weer mooi dynamisch - met zelfs (in strookje drie) - een bijna-citaat (of in ieder geval toespeling) op de Barks-strip uit de eerste Nederlandse DD:




(Het doet ook wel een tikje aan de snelle Duck van Windig en De Jong denken.)



Ik zie dat eigenlijk veel liever dan de 'ronde' Ducks van Nadorp of van Ben Verhagen (zie hieronder), die  net iets te Jippo-achtig zijn.

Vooral de geloken ogen van Donald op plaatje drie, die kloppen niet.


Of (nog erger) de oude Duck van Voges (die natuurlijk ook een vaste Okki-tekenaar was):


De komende weken kijk ik eens of ik erachter kan komen wat de grote namen zijn in de Spaanse en Italiaanse Duckstrips.



Overtallige kennis

Overtalige Kennis - kennis zonder cultureel kapitaal of functie. Gewoon zomaar.