maandag 19 december 2016

Gum Gum Punch

….. zie ik het nou goed, en het Tezuka OOK een manga gemaakt over een wezen van gummi???


Herge, Franquin, Tezuka

Ik lees net dat Tezuka, net als de twee Belgische Goden van de Strip, Franquin en Herge, aan terugkerende depressies leed. Geen idee of er een gemeenschappelijke oorzaak is (publicatiedruk? eenzaamheid van de tekentafel?), maar feit is dat Kuifje, Robbedoes en Astroboy alledrie werken zijn die doordrenkt zijn voor een melancholie, en draait om infantiele figuurtjes die niet opgroeien, die gerouwd moeten worden…. (Zie Jaqueline Rose, Peter Pan, etc etc.)

Bovendien is Astro Boy qua uiterlijk een bewerking van Disney's Pinokkio, maar net als Tezuka's Grafische Roman over Pinokkio, grimmiger. Astro Boy is nog wat donkerder dan Collodi's roman. Pinokkio vervangt het kind dat Gepetto nooit kreeg, en Astro Boy is een robot gemaakt om het dode kind van een wetenschapper te vervangen. (Net als Pinokkio & Peter Pan zijn het verhalen waarin gerouwd wordt om het verlies van een kind, en technologie, poppenspel, robotics, anime zijn uit verlies geboren. Of liever: Disney's Pinocchio en Tezuka's Astro Boy zijn beiden meta-films. Maar waar Disney de nadruk op het tot leven wekken legt (met de fee, etc.) draait het bij Tezuka om rouw.)

Tezuka's pinocchio doet ook een zelfmoordpoging:


Maar ook Astro-boy sterft uiteindelijk - als ik het goed heb in aflevering 193. Ik heb geen clipje kunnen vinden, maar volgens mij sterft hij hier in de Manga door iets wat op hara-kiri lijkt.


Maar ook voor zijn dood lijken veel scenes met Astro Boy wat ongemakkelijk. Het lijkt soms net een couveuse-kind.



En Tezuka's poppendokter lijkt eerder een chirurg. Want natuurlijk is Tezuka zelf een medicus die animator werd….




Ik ben trouwens benieuwd hoe Tezuka's depressies in Toshio Ban's Tezuka Story zijn verwerkt. Jean-Luc Nancy zei eens dat muziek, hoe droef ook, uiteindelijk altijd vitalistisch is. Gekromd achter de tekentafel zitten lijkt me de werkzaamheid van een gedeprimeerde.


Shirato Sanpei, Kamui, Oshima

Een paar weken gelezen (op de tablet weliswaar): Kamui van Sanpei Shirato, de legendarische samurai-strip uit de jaren zestig, voor het eerst gepubliceerd in undergroundtijdschrift Garo. 




Wat me opviel: de lijnvoering is schitterend: vooral in de weergave van beweging, niet alleen van lichamen, maar ook van gras, takken, wolken, regenval etc. 't Berust op een esthetiek van lijnvoering. En er zit een wreedheid in die heel anders is dan die in Westerse Strip. Daarnaast herkende ik de stijl als iets dat ik in mijn kindertijd gezien moet hebben. Misschien was het bijgevoegd in zo'n zwart-wit supplement van de Pep?


In de jaren zestig was Kamui een favoriet onder de linkse studenten. De strip speelt zich af in feodaal Japan, maar levert duidelijk kritiek op klassenverhoudingen die destijds als aktueel werd ervaren.

Geestig dat Oshima (Van Realm of the Senses een strip verfilmde zonder het te adapteren / bewerken, maar door het simpelweg te registreren: d.w.z. van plaatje naar plaatje te gaan. Geen idee waarom Oshima dit project aanging, maar ik vond het niet helemaal succesvol.  De strip verliest als film zijn belangrijkste 'articulatievorm' (nl de bladspiegel) en de bewegingen die op de pagina zo gracieus zijn verliezen hun indexicale karakter. 


Wel interessant dat Oshima, net als Resnais en Marker (en Fellini) een andere van de belangrijke cinemaModernisten was die zijn inspiratie vond in de strip.








zondag 18 december 2016

Blutch, Petit Christian, Rahan


Le Petit Christian - misschien een verwijzing naar le petit nicholas is, net als het werk van o.a. Ware, etc.  zowel een semi-autobiografische reflectie op kindertijd, en een reflectie op strips (en for that matter kinderseksualiteit).



Maar Blutch lijkt met name geïnteresseerd in de zgn 'realistische' strip - met name 'Rahan' de stenen tijdperkstrip van Cheret die in Pif Gadget verscheen. Rahan fascineert de kleine jongetjes, omdat hij de seksuele gevoelens (waar Christian de hele strip mee worstelt) prikkelt (er staan tenslotte half-naakte vrouwen in Rahan). Maar deze seksualiteit is nog niet helemaal 'straightened out' - het is tenslotte nog steeds kinderseksualiteit. Het zijn niet alleen de vrouwenlichaam, maar ook het lichaam van Rahan zelf, en tenslotte de tekenstijl van Cheret, met zijn arceringen, rare glimmende uitstulpende spieren.



Rahan's lichamelijke stijl verschilt - in ieder geval in de ogen van de kleine jongetjes - huizenhoog van de cerebrale, schematische schetsen van Hugo Pratt....



En het is de stijl van Rahan die wordt geciteerd - bijna alsof de plaatjes zijn overgetrokken, in een beweging waarin het lichaam van de jonge Christian dat van de oudere Cheret nabootst.


Maar het keert ook terug in de andere platen - alsof de zogenaamde 'realistische stijl' van striptekenen ze eigen 'affectieve beladenheid' - of formelpathos heeft. 


En hier - als in een omdraaiing van wat we bij anderen zagen - is het 'strippoppetje' het 'infantiele' lichaam van Christian duidelijk aseksueel, terwijl de fantasie-wereld (en seksualiteit) hier op een 'zogenaamd' realistische wijze wordt getekend. 











donderdag 17 november 2016

Wordless Novels / Silent Cinema

Bij het bekijken van de schitterende gerestaureerde zwijgende film "A Cottage on Dartmoor" (Asquith, 1929), schiet iets door me hoofd wat (natuurlijk) voor de hand ligt: namelijk de link tussen de 'wordless novels' utit deze periode en de late, lange, ambitieuze zwijgende films (zoals Gance) waarin gepoogd wordt om langs visuele weg innerlijke processen weer te geven.


Masereel en Ward lieten zich natuurlijk niet direct door de cinema inspireren (en grepen veel meer terug op middeleeuwse tradities en latere socialistische dingen. Maar ze delen de intense focus op visualiteit. En vreemd genoeg verdwenen ze ook weer na de introductie van de geluidsfilm - alsof er toen ineens geen geduld meer was voor complexe visuele vormen van narrativiteit.




zondag 13 november 2016

Rumiko Takahashi

Ik zoek nog steeds naar een leuk stuk over Rumiko Takahashi, auteur van Urusei Yatsura en Ranma 1/2 en de "Rumic World" pockets.
Werkt enerzijds 'gewoon' in de shojo stijl en motieven, maar door de vermenging met andere genres (SF, martial art) ontstaat een vorm van vertellen die even hybride en transgender is als haar personages. 

maandag 10 oktober 2016

Meer over Taniguchi

In Understanding Comics heeft Scott McCloud een passage waarin hij het heeft over de manga-conventie om de gezichten van de karakters schematisch te houden, en de achtergronden gedetailleerd weer te geven. Hij schrijft:



McCloud's beschrijving - en illustratie - lijkt met name van toepassing op het werk van Taniguchi. Hoewel er vaak over zijn strips gezegd wordt dat ze gaan over 'innerlijke processen' valt het op dat, bijvoorbeeld in l'homme qui marche' (en volgens mij geldt dit ook voor zijn andere werk), geen 'gedachtenwolkjes' voorkomen. Ook de gezichten blijven vrij 'masker'-achtig. Maar juist vanwege de 'leegheid' van de poppetjes is Taniguchi in staat om de zintuigelijke ervaring van ruimte op te roepen. 

Ik vergeleek Taniguchi's l'homme al eerder met Herge's wandelboek, Kuifje in Tibet (hoewel daar ook de landschappen leeg lijken te zijn). Maar een andere vergelijking is natuurlijk de Romantische Wandelschilders zoals Caspar David Friedrich, die een heel oeuvre besteedde aan volle landschappen met lege poppetjes. Zoals deze: 
Bij Taniguchi wordt dit vaak met 'Zen' in verband gebracht, en bij Friedrich met de romantische fascinatie met het sublieme. Maar in beide gevallen ligt er ook een interesse in een maf grafisch principe (waar McCloud op wijst). Een 'leeg' en 'schematisch' hoofd in een afbeelding gaat functioneren als shifter, of als de grafische pendant van het  'grammaticale ik' in een zin. Het 'staat' voor de plek die de kijker inneemt in de ruimte.

Het is misschien De Grote Ontdekking van de Teletubbies: de baby-zon. Deze representeert niet iets, maar geeft een positie aan. 










maandag 19 september 2016

Alias....

Een andere mooie sequentie, uit ALIAS 31 (ook van Bendis) waarin een relatie tussen strip en seksuele fantasie wordt gelegd 


En hier nog een paar complexe verkenningen (uit Alias) vaan de relatie bladspiegel & dialoog...



Spiderman... Bendis... 3

Bendes gaat dus verder op de 'ontdekking' van Spike Lee's Spiderman, nl dat het toevoegen van een 'voice-over' in de eerste persoon, de superheldenstrip een andere narratieve dynamiek geeft.

De deadpool strip geeft hier een parodie van...




Overigens waren het vooral de Romance Comics die met eerste-persoons-voice-overs begonnen. Lee's vernieuwing was dan ook vooral dat hij Romance-elementen het superhelden genre in bracht...

Bendis...

.... maakt, volgens Henry Jenkins, op een inventieve manier gebruik van de pagina layout om dialogen weer te geven. Zoals hier:


Waarbij er een soort wrijving ontstaat tussen de temporaliteit van de plaatjes (een 'instant') en die van de tekst (die tijd in beslag neemt).

Dit wordt niet alleen uitgebuit in de spreads, maar ook in de sequenties, die soms repetitief stotterend zijn, zoals deze:

Waarin het 'haperen' van de plaatjes aangeeft dat Peter 'elders' is...

Of deze:


Bendes lijkt dit met name te gebruiken als een karakter in gedachten is verzonken, en het gezicht eigenlijk 'onleesbaar' of 'ontoegankelijk wordt' voor een 'kijker' maar wel wordt onthuld voor een lezer. (In de Grey episode van de vorige post speelt hij daar natuurlijk mee).

Dit is een leuk moment, een vaker terugkerend stijlfiguur, waarbij de sequentie van plaatjes enerzijds een tijdsverloop suggereert die anders is dan de ruimte waar hij doorgaat. En de temporaliteit van de monoloog is ook weer anders.









Ultimate Spiderman 43

Geestig moment in US 43, waarin Grey (die gedachten leest) tegen Spiderman zegt dat hij de eerste man is die zij in tijden ontmoet die niet direct haar naakt probeert voor te stellen. Waarbij Spiderman vervolgens dit inderdaad niet probeert voor te stellen, of zich probeert voor te stellen wat hij dus niet voorstelt etc. etc
Bendes speelt hier met wat volgens McCloud en Ware etc het kenmerk van strip is: nl dat stripplaatjes ook altijd 'mentale' beelden zijn, dat de lijnen, a.h.w. aanwijzingen zijn, of liever: een partituur voor een reeks visuele beelden die we mentaal moeten oproepen.

(En de pagina is extra grappig vanwege Bendis' afkeer van de gedichtenballon).

donderdag 7 juli 2016

En Thor. Die ook.

En Thor Ook. Ook vrouw.


En net als Beyonce noemt ze zichzelf feminist.

Iron Man

….. en in het kader van de eindeloze reeks van reboots, repackagings, heruitvindingen etc. Iron man is nu een zwarte vrouw, las ik in de Guardian.


Ik ben benieuwd of Ozzy Osbourne het al heeft gehoord.

maandag 4 juli 2016

Remembered Reading

Ik heb vandaag Mel Gibson's Remembered Reading gelezen, een studie over Britse meisjesstrip aan de hand van interviews met (nu volwassen) lezeressen die terugblikken op hun leeservaringen.

Gibson maakt de opmerking dat de meisjesstrips over het algemeen over het hoofd gezien zijn door stripfans en -academici. Een van de oorzaken, zo suggereert Gibson tussen neus en lippen, is dat er rond de meisjesstrips nauwelijks een echte verzamellaarssubcultuur is ontstaan.



Dit is natuurlijk een maf feit. Wat is de reden dat volwassen mannen wel de neiging hebben om de objecten uit hun jeugd tot fetisj te verheffen, maar vrouwen niet of nauwelijks? Wat vertelt ons dit over het verschil tussen jongens- en meisjescultuur. Er is, misschien, een inhoudelijke verklaring. Jongensstrips bieden vaker escapistische genres (SF, avontuur, reis, weg-uit-de-vertrouwde-wereld; het parallelle universum), terwijl de meisjesstrips zich ook wel in aparte 'fantasie-domeinen' gesitueerd zijn (de kostschool, balletacademie), maar dat het idioom altijd realistisch is, en dat de setting vaak 'didactisch' is. De meisjesstrip blijven daardoor dichter bij de literatuur van 'instructie' dan de jongensstrip. Vandaar dat het (misschien?) minder snel een object van nostalgia wordt. En ook: er is in onze cultuur enorm veel ruimte voor infantiele mannelijkheid (treintjes, hobbies, verzamelingen, man cave etc)





Chalice

In de Guardian staat een stuk over de zgn eerste 'transgender' superhero, Chalice, in een reeks 'Alters.

'
Het is een variatie op de mutant-serie a la X-men, maar met als centrale karakter een gender-mutatie.

vrijdag 18 maart 2016

Ozu en Strips

In zijn schitterende stuk over Hellboy in Critical Inquiry vergelijkt Scott Bukatman de mise-en-page van Mignola, en vooral zijn gebruik van 'stille' plaatjes met de zogenaamde 'still life shots' van Ozu.



De actie-sequenties in Hellboy worden vaak onderbroken door kleine verstilde beelden, vaak van een object, die geen functie lijken te hebben in de plotontwikkeling en die narratief ook niet toegeschreven kunnen worden aan het POV van een van de personages. In Ozu gaat het vaak om lege ruimtes, die (ook vaak) kaders in kaders lijken te bevatten. Alsof we in het stilstaande beeld a.h.w. in een binnenruimte (een ruimte in de ruimte) terecht zijn gekomen.





Iets vergelijkbaars keert ook terug in Taniguschi's strips (ik schreef er al eerder over op deze blog). Maar je ziet het natuurlijk ook bij Ware.


Ook Minetaro Mochizuki gebruikt een dergelijk stijlfiguur vaak, bijvoorbeeld in "Chiisakobe"




Ook bij Mochizuki gaat het vaak gepaard met kadertjes in kadertjes. 

Stripmodernisme

Een stukje Vulgair Modernisme uit de Tamtamkloppers...

Gemma Bovery

 In "Gemma Bovery" (en eigenlijk ook al in Tamara Drewe) valt Posy Simmonds terug in een bijna Toonder-achtig format, waarvan ik dacht dat het verdwenen was. Tekst met strip-achtige plaatjes, waarbij sommige dialogen weergegeven zijn in ballonen. Simmonds weet op een slimme manier de spanning tussen de tekeningen en de tekst in te zetten. Op tekstueel niveau wordt alles verwoord door een personage-gebonden verteller, een bakker uit Normandie die wellicht een affaire met de Britse Gemma heeft gehad. 
Het verhaal begint na de dood van Gemma, als de bakker haar dagboeken te pakken krijgt en ze, met behulp van een woordenboek begint te vertalen en in onhandig Frans na te vertellen. We hebben dus, tekstueel gezien, te maken met een verhaal dat a.h.d.w. 'dubbel gearticuleerd is': de gebeurtenissen worden verteld door Gemma en naverteld  en vertaald door de bakker (en, geestig genoeg, sinds het boek is uitgekomen in het Engels, 'terugvertaald' in het Engels door een externe vertelinstantie). M.a.w.:  in zijn vertelstructuur roept het boek het probleem van 'vertaling' op, en dit wordt aan de lezer gepresenteerd als een ietwat ironische 'puzzel.' D.w.z. er zijn momenten waarop wij, vanwege ons betere begrip van het Engels lezen wat de bakker zelf niet kan vertalen (zo kan hij het woord 'wanker' niet vinden in het woordenboek), waardoor er een spanning ontstaat tussen onze 'reconstructie' van de gebeurtenissen, en die van de verteller. Hetzelfde gebeurt eigenlijk ook in het 'ingebedde' verhaal: Gemma is licht hysterisch en ietwat theatraal, en als we haar verhaal lezen nemen we ook afstand van haar visie op de gebeurtenissen. Hierdoor ontstaat een versie van de Flaubertiaanse ironie (en zijn gebruik van Vrije Indirecte Rede).

Iets vergelijkbaars gebeurt op het niveau van de plaatjes. Soms, zoals hierboven, illustreren ze de primaire geschiedenis, maar vaker worden de gebeurtenissen uit de ingebedde geschiedenis afgebeeld. De vraag is alleen, wiens 'visie' op de geschiedenis wordt hier 'vertaald' in plaatjes. Die van Gemma? Is het een vertaling van de interpretatie van de bakker? Dat laatste zou je verwachten, maar dat is niet (of in ieder geval: niet altijd) het geval. Soms spreken de plaatjes namelijk de 'lezing' van de bakker tegen. 

Deze onduidelijkheid wordt versterkt door het feit dat de plaatjes, i.t.t. de tekst, a.h.w. in het 'heden' worden weergegeven (zoals W.J.T. Mitchell ergens stelden: plaatjes zijn wel 'gearticuleerd,' maar ze kennen geen grammatica, geen verleden tijd). Aan de andere kant: de plaatjes zijn overduidelijk getekend, en lijken daardoor achteraf 'genoteerd' te zijn.

Als lezer / kijker sta je dus op de positie van de detective. Net als de bakker zelf, die de dagboeken leest  op zoek naar clues, en telkens, a.h.w. 'tussen de regels door' leest. (En wat hij 'tussen de regels doorleest' wordt soms weergegeven in de plaatjes, die daarmee niet zozeer de tekst illustreren, maar de gaten erin opvullen).

Op deze pagina, bijvoorbeeld, is het onduidelijk of de strip onderaan de pagina 'echt' gebeurd is, of de weergave is van de manier waarop de bakker het zich heeft voorgesteld.


Deze pagina zet ook drie vormen van typografie ten opzichte van elkaar: geschreven, gedrukte en getypte tekst.

En ook: het boek eindigt met een verwijzing naar de roman van Flaubert, die zelf gaat over de manier waarop bestaande (romantische) verhaal patronen een stempel drukken op de manier waarop wij ons leven ervaren en waarop we ons verhaal kunnen vertellen.

Nog niet gezien: de verfilming van de grafische roman door Anne Fontaine, op een scenario dat ze samen schreef met Pascal Bonitzer (briljant filmtheoreticus).