McCloud's beschrijving - en illustratie - lijkt met name van toepassing op het werk van Taniguchi. Hoewel er vaak over zijn strips gezegd wordt dat ze gaan over 'innerlijke processen' valt het op dat, bijvoorbeeld in l'homme qui marche' (en volgens mij geldt dit ook voor zijn andere werk), geen 'gedachtenwolkjes' voorkomen. Ook de gezichten blijven vrij 'masker'-achtig. Maar juist vanwege de 'leegheid' van de poppetjes is Taniguchi in staat om de zintuigelijke ervaring van ruimte op te roepen.
Ik vergeleek Taniguchi's l'homme al eerder met Herge's wandelboek, Kuifje in Tibet (hoewel daar ook de landschappen leeg lijken te zijn). Maar een andere vergelijking is natuurlijk de Romantische Wandelschilders zoals Caspar David Friedrich, die een heel oeuvre besteedde aan volle landschappen met lege poppetjes. Zoals deze:
Bij Taniguchi wordt dit vaak met 'Zen' in verband gebracht, en bij Friedrich met de romantische fascinatie met het sublieme. Maar in beide gevallen ligt er ook een interesse in een maf grafisch principe (waar McCloud op wijst). Een 'leeg' en 'schematisch' hoofd in een afbeelding gaat functioneren als shifter, of als de grafische pendant van het 'grammaticale ik' in een zin. Het 'staat' voor de plek die de kijker inneemt in de ruimte.
Het is misschien De Grote Ontdekking van de Teletubbies: de baby-zon. Deze representeert niet iets, maar geeft een positie aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten