Wat me opvalt: het houdt op een unieke manier het midden tussen een strip en een schetsboek. Het boek bevat een verhaal, maar doet de suggestie dat het een gevonden ego-document is, met krasserige schetsen en aantekeningen.
Omdat de strip vol zit met stijlcitaten uit de horror en SF strip lijkt het te draaien om het verschil tussen 'stijl' als idioom, als 'culturele stijl' of 'genre stijl' - iets dat geciteerd kan worden, en stijl als puur singulier. Dit laatste wordt benadrukt door de krasserigheid van de strip en de blauwe lijnen, waardoor e.e.a. lijkt neergekrast in een notitieboek.
Omdat Monsters maar heel summier gebruik maakt van de formele middelen die strip normaal gebruikt om temporele verbanden te articuleren (zoals kaders en frames), of bijvoorbeeld lineair perspectief om ruimtelijke verbanden 'uit te spreken' (zie Damisch) en omdat 'vertellerstekst' (caption) soms dwars door het beeld heenloopt lijken de pagina's op een andere manier geordend.
Wat de strip oproept is niet zozeer een verteller / vertelinstantie die het verhaal 'uitspreekt,' maar een hand die aan het 'doedelen' is, en a.h.w. door blijft krassen, gebogen op het papier, terwijl de hersens blijven malen. De 'ruimte' die hierdoor door de strip wordt gesuggereerd is daardoor veel meer een 'binnenruimte' geworden.
Vandaar dat Chris Ware ook zo enthousiast erover is.
De stijl van dit soort pagina's...
... doet me denken aan de album art van Grimes - die ook een binnenwereld lijkt te creƫren in haar muziek. Tekeningen en Tunes als buffer tegen de wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten