vrijdag 15 september 2017

Binky Brown

Binky Brown meets the Holy Virgin Mary van Justin Green is (misschien met Wimmen's Comix) wel de 'oertekst' van de Amerikaanse grafische roman. Meer dan Eisner's A Contract with God werd het het model waar latere grafische romans zich naar modelleerden. Waar Eisner's tekst weliswaar autobiografische elementen bevatte, lijkt de tekst toch veeleer een kafka-eske fabel. Het is, zeg, getekend in de derde persoon. Binky daarentegen lijkt bijna een ego-document. De affectieve impact van het hele boek ligt hem in het feit dat de protagonist, verteller en tekenaar dezelfde persoon zijn, en dat de plaatjes daardoor zinderen van spanning. Het is een zelfonderzoek: vol zelfwalging en genante taferelen. Masturbatie is een sleutelmotief.

Daarnaast introduceert het een stijl die ik 'vulgaire zelfreflexiviteit' zou willen noemen (naar het idee van 'vulgair modernisme'): de strip verwijst naar zichzelf, maar niet naar zijn 'constructie,' maar naar zijn ontstaansgeschiedenis in navelstaarderij. Het boek vertelt het verhaal van een 'psychoseksuele' ontwikkeling die gestoord of 'gevormd' wordt door beelden. In dit geval zijn het geen stripplaatjes (zoals bij Wertham) maar religieuze afbeeldingen. De intensiteit en libidineuze bezetting van die beelden keert terug in het niveau van de tekeningen zelf, die allemaal te vol, te krasserig en te intens zijn.

Daarnaast zit het vol met impliciete verwijzingen naar de mythe van de superheld: het gaat over speciale krachten, geheime identiteiten etc. (Dit keert bij Ware en Clowes terug).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten