De eerste zin, kortweg (en zeer vrij vertaald): dat de strips die verdwenen zijn in het debacle van 1940 een nostalgie achterliet die steeds heftiger wordt. Stripkritiek (hoe kan het ook anders) is dus ontstaan uit nostalgie. Logisch. Kritiek komt uit fandom; fandom komt uit verzamelen. Verzamelen is bewaren, vastleggen, de tijd stoppen. Interessant hier is dat deze nostalgie ook in verband gebracht wordt met een historisch moment, een breuk: het debacle van 1940. De nostalgie van Giff Wiff is daarmee ook de nostalgie van een specifieke generatie (die van Resnais, Marker, Robbe-Grillet). Net als Amerikaanse Cinema voor de Cahiers groep verbonden was aan jeugd, de relatie tot de oorlog etc. Is voor de (net iets oudere) left-bank group strips van een dergelijke nostalgische waarde.
(Het blijft fascineren: Resnais schreef geen film- maar stripkritiek. Hij was redacteur van dit nummer:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten