dinsdag 5 december 2023

Crumb Comics

Crumb Comics bevat, naast fragmenten uit Charles' Treasure Island strips ook gedeelten uit de briefwisseling met Robert. Hij bespreekt hierin, openhartig, de seksuele aantrekkingskracht die jonge jongens op hem uitoefenen, en zijn schaamte hierover, en pogingen om deze impulsen te onderdrukken.
Na een lange beschrijving van alle vernederingen uit zijn jeugd begint hij over de Disney kinderster Bobby Driscoll, die de hoofdrol speelde in Treasure Island, waar Charles' eigen strip op gebaseerd is. In Charles strip is het hoofdpersonage eeuwig jong en hij wordt omringd, eerst door piraten, en daarna door een hele wereld die voorzien is van groteske rimpels.
De strip lijkt daardoor een soort Dorian Gray - het stripfiguurtje blijft eeuwig jong, soepel, rond en voorzien van een gladde huid, terwijl de veroudering volledig terecht is gekomen in de wereld eromheen. In zijn brief aan Robert vertelt hij dat hij dat hij zijn seksuele gevoelens heeft moeten onderdrukken, uit angst voor een gewelddadige reactie, en daardoor a.h.w. opgesloten is geraakt in, zoals hij het noemt, een projectiekamer, waar hij voor altijd films met Bobby Driscoll moet bekijken.
Driscoll, zo leert Wikipedia, speelde een hoodrol in live-action films van Disney, Song of the South, Treasure Island (1950), maar was ook de stem van Peter Pan (1953), de JM Barrie verfilming over een jongen die weigert op te groeien (een tekst die een bron van enorme fascinatie was voor Michael Jackson). (De getekende Peter Pan lijkt ook ietwat op Driscoll, het is m.a.w. een film die evengoed op het figuur van Driscoll als op het toneelstuk van Barrie gebaseerd lijkt). In tegenstelling tot Peter Pan groeide Driscoll wel degelijk op - waarna hij door Disney en de andere studio's gedumpt werd. Uiteindelijk raakte hij aan de drugs, en stierf alleen. Zijn lichaam werd uiteindelijk gevonden door een groep spelende kinderen in 1968.
Maar zijn fascinatie met Driscoll was ook, zo beschrijft hij in zijn brief, een geheim, iets verbonden met schaamte. Hij vertelt hoe hij in de openbare bibliotheek van Philadelphia in een film encyclopedie de titels van alle films opzocht waar Driscoll in speelde, maar bij het noteren van de titels keek hij steeds over zijn schouder naar zijn jongere broer, hopende dat deze niets zou zien. Hij schrijft: "At that moment, I wanted above all to keep what I was doing a secret from others. I didn't want anyone to know that I was a homosexual pedophiliac with a hopeless crush on a little boy actor who no longer existed in the realm of reality (you probably won't answer this letter, but in case you do, remember that it will be read by Mother). I would have been dreadfully ashamed and felt unspeakably guilty if anyone had found out." Zijn liefde voor stripfiguren ontstaat hier als zowel iets fictioneels (Driscoll bestaat niet 'in the realm of reality' - iets dat alleen bestaat in de projectiekamer van de fantasie) en als een geheim - en een geheim voor zijn moeder, iets dat afgeschermd en ontkent moet worden. En (ten derde) het neemt de vorm aan van een lijstje van titels, genoteerd in een bibliotheek: kennis, die privaat en geheim is, die verbonden is met een fascinatie die verbonden is met schaamte, maar die ook verbonden is met de drang tot verzamelen, preserveren, bewaren.
Hij beschrijft hoe het lijstje zelf libidineus bezet wordt: "Well, having finally succeeded in copying down the entire list of Bobby Driscoll's movies, I frantically stuffed it into my trouwer pocket. Just as frantically, I returned the olume to the shelf from whence it had first been fetched." (30) We zien hier, bijna letterlijk, een verschuiving gaande, waarbij de aantrekkingkracht van de figuur van Bobby, verschuift naar een lijstje, een reeks van titels, een collectie, die genoteerd wordt en 'frantically' in de broekzak wordt gestopt.
Robert, de jonge broer, de kunstenaar, die gevormd is door zijn omgang met zijn oudere broer, wordt hier aangesproken als iemand die het geheim kent (en (misschien) niet veroordeelt, en geheim houdt. Hij wordt, eigenlijk letterlijk, in de brief gevraagd het te erkennen, maar er niet op te antwoorden (anders ziet moeder het). Robert, de tekenaar van de fantasieen van Charles, is daarmee een tekenaar die het geheim ziet, erkent, noteert, maar bewaart. Robert is daardoor zelf een drager van het geheim. En dat geheim is de perverse onderkant van de stripliefde.
En deze perverse onderkant, zo stelt hij in de introductie van het vierder deel van de Complete Crumb, is wat hij naar boven wil brengen in zijn strips. Zijn 'stream of consciousness'-tekeningen, zoals hij ze zelf noemt, geschreven onder invloed van de drugs, geven niet zozeer zijn onbewuste fantasieen weer. Hij probeert toegang te krijgen tot het Amerikaanse onderbewuste, zoals dat belichaamt is in zijn massacultuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten