woensdag 3 november 2021

Aantekeningen over Tatsumi

De opkomst van de 'volwassen' verhalen die Tsuge en Tatsumi in Garo publiceerden moet los worden gezien van de Gekiga revolutie. 'Gekiga' was bij Tatsumi in de eerste plaats een filmische, visuele vorm van verhalen vertellen. Black Blizzard 'medieerde' vooral filmische vormen van vertellen. Film Noir. Tatsumi was geinteresseerd in 'movement images' - pogingen om bewegingen zichtbaar te maken op de bladspiegel.
De korte verhalen van Tsuge en Tatsumi, die nu gebundeld zijn in o.a. Push Man, Red Flowers, etc lijken eerder geinspireerd door de Shishosetsu / Watakushi Shoshetsu, de ik-roman, de confessional. En dan vooral de nieuwe vorm die dit na de oorlog kreeg, in eerste instantie in de schrijvers van de generatie die Hiroshima had meegemaakt (zie hier mijn eerdere post over).
De 'vraag' achter het nieuwe project van Tatsumi (en hij deelt dit met Tsuge) is nu: hoe 'vertel' je in manga in de eerste persoon? Hoe teken je een ik-verhaal?
Tatsumi (en ook Tsuge) lijkt hiervoor een oplossing te hebben gevonden door de vraag vooral in ruimtelijke termen te denken. Of liever: het probleem is de visuele weergave van de 'ik' in de ruimte. Hoe teken je een 'ik'? Hoe teken je een figuur dat textueel niet aanwezig is in de derde persoon (als object) maar in de eerste persoon (als subject van ervaring)?
Tatsumi lijkt twee oplossingen te hebben: een mediumspecifieke en een filmische. De mediumspecifieke oplossing is door de figuren in een radicaal andere stijl te tekenen dan de achtergronden. Zijn figuren zijn 'cartoonish': schematisch, bijna abstract. Maar ook afkomstig uit de traditie van de strip en animatie. Het zijn tekeningen die we animeren door ze te bekijken. De achtergronden zijn realistisch en vaak expliciet fotografisch realistisch. We 'voelen' dat deze worden gereguleerd door een ander optisch regime en dat ze gearceerd worden door een andere hand. Het is niet meer de hand die zwierige lijnen van bewegende figuren trekt, en het oog van de kijker laat dansen, maar de hand die met kleine krasjes textuur en diepte aanbrengt, waarin de blik van de kijker verzinkt.
Het figuur staat daardoor niet allen los van de ruimte. We verhouden ons als kijker anders tot de poppetjes dan tot de decors. De decors roepen, zeker in Drifting Life, enorm vaak foto's op.
De tweede oplossing is filmisch. Tatsumi houdt van 'over the shoulder shots,' waardoor een eerste-persoons-effect- ontstaat. Daarnaast gebruikt hij composities waarbij de ruimtes tegen de achtergrond verschijnen, alsof ze ontsproten zijn uit de hoofden van de personages.
Zijn boeken bevatten vaak momenten waarop de vertelling in de captions even stilvalt, en we een zwijgende grote, gearceerde plaat krijgen.
Het is - misschien - ook geen toeval dat de ruimtes van Tatsumi zo overduidelijk 'noir' zijn. Zoals Vivian Sobchak al stelde, film noir draait om een specifieke chronotope, een spatiotemporele constructie, die verbonden is met een bepaald type personage. Sobchack: "The characters generated by this chronotope are transient, without roots or occupation...' Volgens Sobchack is de onpersoonlijke stedelijke setting van noir (bars, boarding houses, straten) te begrijpen als het omgekeerde van het 'intieme' en 'domestieke.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten