zaterdag 24 november 2018

Regensmurfer

De drie Smurfenverhalen min of meer getekend en geschreven zijn door Gos (De Krwakakrwa, De Ruimtesmurf, een Andere Smurf dan de Anderen) zijn, zoals ik al schreef, niet alleen duidelijk minder, maar ze doorbreken de Delporte's 'Vulgair-Modernistische'-lijn die de stripjes in eerste instantie zo leuk maakte. De mini-boekjes en de vroege zes-stroken-strips waren expliciet plat. Het leuke aan de smurfen was hun serialiteit, hun gebrek aan psychologie, etc. Het lijkt, zoals ik schreef, of de verhaaltjes puur uit 'formele principes' voorkomen: telkens wordt het plot aangedreven door een afwijkende Smurf.

Bij Gos is dat ook het geval, maar i.t.t. de Delporte-verhalen is die afwijking gesemantiseerd, en soms zelfs gepsychologiseerd. Delporte's 'Honderdste Surf' (1967) is enkel anders omdat hij een spiegeling is. Daarom doorbreekt hij de pure symmetrie van de honderd smurfen (die nodig is voor de Maandans, dat een vorm van een vierkant moet aannemen). Deze Smurf doorbreekt de lineaire smurfengemeenschap, net als het (in de vele visuele grappen) ook de leesrichting van de strip de andere kant op zwengelt. Het verhaal is weliswaar gemotiveerd door een 'psychologisch' probleem (de Spiegelsmurf ontstaat door de ijdelheid van Smurfatje die als een narcissus naar zichzelf blijft staren in de spiegel) - maar dit is meer een McGuffin. Een aanknopingspunt voor een reeks grappen die serieel van aard zijn.

De verhalen van Gos lijken in eerste instantie dezelfde logica te hebben - maar in feite doorbreken ze dit. De Ruimtesmurf & een Andere Smurf dan de Anderen (1969) beginnen met het (volgens mij door Gos bedachte) neoconservatieve Smurfenclichee (geparodieerd door Hans Teeuwen), van het dorpje dat een organische eenheid is omdat iedereen een eigen functie heeft (er is een bakkersmurf, boerensmurf, grote smurf, etc) en waarbinnen een 'ongewone' smurf een probleem is. Dit probleem is psychologisch van aard (de smurf lijdt aan weemoed, melancholie, etc.), en wordt opgelost als de Smurf op reis gaat. 

Het Smurfendorp verandert van een variatie op de moderne maatschappij (zoals Benedict Anderson stelt, moderniteit stelt gemeenschap 'serieel' voor), in een nostalgische fantasie over een organische samenleving. Het gevolg is ook dat de formele eigenschappen van strippagina niet langer meer 'leidend' zijn, maar dat de 'inhoud' van de strip determineert hoe de strip eruit ziet. In termen van Benoit Peeters beroemde classificatie van de vier verschillende manieren van 'mise-en-page': mise-en-page wordt niet meer 'productief' maar retorisch gebruikt. Zie Peeters ). Het gevolg is ook dat de personages 'inhoud' krijgen, en dat het Smurfendorp een 'wereld' wordt. De strip wordt ook (dankzij de decors van Walthery) 'drie-dimensionaler. De 'platheid' van de micro-boekjes verdwijnt. Met andere woorden: de strip wordt meer 'Disney' - de 'illusion of life' esthetiek vervangt de vulgair modernistische lijnteken-techniek.

Op het moment dat Delporte weer terugkeert (met de Regensmurfer) lijkt de oude Smurfstijl er opeens weer te zijn. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten